Er gebeurt van alles op het gebied van behandeling in de VVT. Minister Conny Helder is voornemens behandeling binnen de intramurale zorg anders vorm te geven en ook zorginstellingen stellen zichzelf de vraag hoe zij behandeling toekomstbestendig kunnen inrichten binnen het verpleeghuis.
Trends en ontwikkelingen
Waar komt deze behoefte aan verandering vandaan? Onderstaande trends en ontwikkelingen spelen hierin beslist een rol:
- Zwaardere zorgvraag intramuraal: mensen met dementie en/of somatische klachten hebben bij de overstap naar het verpleeghuis een zwaardere zorgvraag dan voorheen. Steeds vaker bevinden zij zich in de palliatieve fase van hun leven waarin de zorg niet zozeer meer gericht is op herstel, maar op een zo hoog mogelijke kwaliteit van leven.
- Groei Volledig Pakket Thuis (VPT): een hogere zorgzwaarte intramuraal leidt tot een hogere zorgzwaarte voor thuiswonende cliënten die een beroep doen op de eerste lijn. Naar verwachting wordt de druk op de huisartsen hierdoor (te) groot en zullen er nieuwe vormen van samenwerking ontstaan tussen huisartsen en specialisten ouderengeneeskunde.
- Positieve gezondheid: behandeling wordt niet meer standaard op medische grondslagen aangeboden maar is gericht op comfort en kwaliteit van leven. Door de cliënt zelf te vragen wat voor hem belangrijk is, ontstaat een persoonsgericht en efficiënt zorgplan. Dit vraagt om een andere manier van werken: van behandelaar naar leefstijlcoach.
Regeerakkoord en kamerbrieven Conny Helder
Het huidige kabinet heeft in het regeerakkoord aangekondigd behandeling voor cliënten in de Wet langdurige zorg (Wlz) over te hevelen naar de Zorgverzekeringswet (Zvw). In de kamerbrief van 4 juli 2022 komt minister Helder hier op terug omdat de overheveling per 2025 een ongewenst hoge druk zet op de (continuïteit van) zorgverlening aan de meest kwetsbare ouderen. In de kamerbrief van 1 november 2022 kondigt zij een onderzoek aan naar hoe we behandeling vanuit de Wlz kunnen blijven bieden aan mensen met een complexe zorgvraag, onder de harde voorwaarden dat:
- De taakstelling uit het Coalitieakkoord van € 170 mln structureel per 2025 binnen de Wlz wordt gerealiseerd (via aanpassing van de prestatie- en tariefregulering door de NZA);
- Er niet-vrijblijvende afspraken worden gemaakt over hoe de 24/7 beschikbaarheid van medisch generalistische zorg kan worden geborgd;
- Op lange termijn de bestaande ongelijkheid en onduidelijkheid tussen mensen op een verblijfsplek met- en zonder behandeling verdwijnt.
Behandeling wordt dus niet overgeheveld maar er ligt een flinke opgave. Het voornemen is om per 2025 een korting van € 170 mln toe te passen op de maximum tarieven van de zorgzwaartepakketten (zzp’s) inclusief behandeling.
Wat betekent dit voor de toekomstige ruimtebehoefte behandeling?
De integrale tarieven staan onder druk. Het aantal vierkante meters per bewoner is beperkt en zorgorganisaties moeten weloverwogen keuzes maken over de toebedeling van ruimte. Daar waar vroeger de bouwmaatstaven het aantal vierkante meters voor behandeling bepaalden, geeft het huidige integrale NHC-tarief ruimte aan zorgorganisaties hier een eigen invulling aan te geven.
Door de verzwaring van de zorgvraag speelt het leven van de verpleeghuisbewoner zich in toenemende mate af binnen de beschutte omgeving van de woongroep. Veel zorgorganisaties kiezen voor het beperken van het aantal centrale voorzieningen en kantoren om zoveel mogelijk ruimte toe te kennen aan de bewoner. Dit kan zijn in de vorm van grotere studio’s, huiskamers, beleefplekken of multifunctionele ruimtes. Hierdoor ontstaat ook een verschuiving van centrale functies naar de woongroep. Dit geldt niet alleen voor activiteitenbegeleiding, kapper en pedicure, ook voor behandeling.
Verschuiving van functies naar de woongroep: hoe gaan behandelaren hiermee om?
Ergotherapeuten zijn doorgaans al gewend om te werken in de huiselijke omgeving van de cliënt. Voor logopedisten en diëtisten is dit meestal ook goed te doen. Specialisten ouderengeneeskunde en psychologen geven aan dat behandeling op de woongroep mogelijk is (mits privacy geborgd kan worden), echter voor sommige cliënten is het juist prettiger even van de woongroep af te zijn.
Voor fysiotherapeuten heeft deze verschuiving de meeste gevolgen. Zij worden uitgedaagd oefeningen te bedenken die op de woongroep of het appartement van de bewoner kunnen worden uitgevoerd. Zo zien we bijvoorbeeld steeds meer ‘rolstoelfietsen met beeldscherm’ op de woongroepen of het gebruik van leuningen in de gang ter ondersteuning bij een oefening.
Ondanks dat, een woongroep kan een oefenzaal met fitnessapparatuur, een behandelbank en een loopbrug niet vervangen. Dat brengt ons op de vraag in hoeverre deze ruimte in de (nabije) toekomst nodig zal zijn. Wat zal de bezettingsgraad van deze ruimte zijn, kijkend naar de verzwaring van de zorg op met name PG en somatiek? Revalidatiezorg laat ik in deze blog buiten beschouwing. Het stelt hele andere eisen aan behandelruimte en is vaak geconcentreerd op één locatie.
Mogelijke oplossingen
Uiteraard moet je per project kijken wat haalbaar is. Een aantal varianten:
Bestaand vastgoed: een oefenzaal met hoog plafond en weinig ramen is (zonder flinke investering) niet eenvoudig te transformeren naar een andere functie. Een goede reden om het huidige gebruik te continueren en te onderzoeken of andere doelgroepen (bijv. wijkbewoners / aanleunwoningen) kunnen worden aangetrokken.
Nieuwbouw: er worden andere eisen gesteld aan ruimte voor behandeling. Daar waar mogelijk vindt het plaats op de woongroep. Zo niet dan is er centraal gelegen binnen de locatie een multifunctionele ruimte beschikbaar, geschikt voor meerdere doeleinden. Denk aan bewegen, activiteiten, vergaderen, een feestje geven etc.
Samenwerking: daar waar behandeling zich meer naar de wijk verplaatst, kan het interessant zijn de samenwerking met bijvoorbeeld een huisartsenpraktijk op te zoeken. Behandelaren zouden hier afhankelijk van de zorgvraag één of meerdere dagdelen een ruimte kunnen huren.
Beweegplekken: verpleeghuizen krijgen een opener structuur vanwege de Wet Zorg en Dwang en gemeenschappelijke ruimtes zijn toegankelijker voor bewoners. Dat biedt kansen. We kunnen ‘bewegen’ dicht bij de bewoners brengen door de inrichting van beweegplekken op verschillende plekken in het gebouw. Fysiotherapeuten zouden activiteitenbegeleiders, zorgmedewerkers en vrijwilligers kunnen coachen en hen leren hoe zij beweging bij bewoners (die dat willen) kunnen stimuleren.
Heeft u vragen of aanbevelingen?
Wilt u meer weten over behandeling in relatie tot het ontwerp van een zorggebouw of wilt u gewoon een keer sparren? Neem dan gerust contact met mij op. Ook als u als zorginstelling, technisch adviseur of architect ervaring heeft met dit onderwerp hoor ik het graag.